Ine Gevers was dit jaar in Japan. Voor het kunstproject ROBOT LOVE sprak ze professor Hiroshi Ishiguro. Die naam zegt je misschien niet direct wat, maar het is de man die een robot maakte die precies op hem lijkt. Ishiguro is pionier op het terrein van autonome androïden en momenteel werkt hij aan Erica, volgens Ishiguro de mooiste en meest intelligente robot ter wereld.
In het Westen hebben we een vrij strakke verdeling tussen levende wezens en levenloze dingen. In Japan is dat een tikkie anders. Zo buigen schoonmakers in Japan diep voor de binnenkomende Shinkansen-trein voordat ze instappen om aan het werk gaan. Er zijn Boeddhistische begrafenisrituelen voor de Aibo, die massaal het loodje legt nu Sony het robothondje niet langer ondersteunt. In de Japanse Shinto-religie kan alles een ziel hebben: een boom, een blikopener, een berg, een mens, en een robot dus ook.
Maar de cultuurverschillen vervagen. Denk bijvoorbeeld aan de Tamagotchi en de Furby. Bedenk dan dat die al ruim twintig jaar oud zijn, en dat mensen massaal van deze levenloze dingen hebben gehouden.
Japan is de sterkst gerobotiseerde samenleving ter wereld. Al vele decennia worden er miljarden in de ontwikkeling van sociale robots gestopt. Nu kent Japan robothotels en -restaurants en informeren robots bezoekers op tal van plaatsen, bijvoorbeeld in musea. De hulprobot Pepper geeft ondersteuning in meer dan 130.000 huishoudens en doet mee aan standup comedy-wedstrijden. Voor professor Hiroshi Ishiguro is dit allemaal heel normaal. Als je eenmaal van het leven met robots hebt geproefd, zo zegt hij, wil je niet anders. Ik ontmoet hem in zijn Advanced Telecommunications Research Institute (ATR) in Kansai City, vlak bij Kyoto.
Creators: Hoi Hiroshi, waarom zouden mensen van robots moeten kunnen houden?
Hiroshi Ishiguro: We kunnen robots en mensen niet los van elkaar zien. Eigenlijk is de mens gewoon een aap die technologie gebruikt. Mensen zijn al vanaf het begin nauw verbonden met robotgerelateerde technologie. Dat maakt de mens. We verbeteren ons lichaam met mechanische instrumenten, van lenzen tot kunstmatige organen. We omringen ons met kunstmatige dingen: camera’s, smartphones. Vermoedelijk wordt 90 procent van alle menselijke activiteit ondersteund door robottechnologie. We zijn al lang robots. Dat is het verschil tussen mensen en andere dieren. Dus, wat is dan een goede relatie – of liefde – tussen mens en robot? Vanaf het begin bestaan we samen. We helpen elkaar vooruit. Ik houd niet van sombere toekomstvisies, omdat de robot gewoon onze toekomst is. Als je niet van robots wil houden, gebruik dan geen camera, doe je smartphone weg, zet je computer uit, woon niet in een huis. Ontdoe je van alles. Ofwel: je kunt de robot niet weggooien. De robot is al lang onderdeel van je lichaam, onderdeel van de maatschappij en onderdeel van onze intelligentie.
Wat vind je van de Westerse houding tegenover robots?
Culturele verschillen worden steeds minder relevant. Onze wereld wordt alsmaar homogener. Europese jongeren kijken bijvoorbeeld ook naar Japanse tekenfilms, dus ik zie het hele verschil eigenlijk niet. De komende tien tot twintig jaar zullen mensen zich misschien nog zorgen maken over robots die hun werk overnemen – of zelfs de wereld – maar tegelijkertijd houden ze wel van robots. Robots zijn niet meer eng of onaangenaam. Op dit moment heeft nog niet iedereen de kans om met menselijke robots te communiceren. Als mensen die kans wel krijgen willen ze vanzelf meer. En als je eenmaal die ervaring hebt, wil je niet anders.
Waarom heb je eigenlijk een robot gemaakt die precies op je lijkt?
Rond 2000 begonnen we met dat project. De vraag was toen: wat is qua functies, snelheid en uiterlijk nodig om mensen met robots te laten samenwerken. Het menselijke brein is zeer complex en heeft vele functies. Nadat we een aantal fundamentele ideeën over de menselijke robotinteractie hadden geformuleerd, gebruikten we die om eenvoudige robots die al bestonden te verbeteren. De mensachtige androïden die we nu hebben, hebben ook nog veel verbetering nodig. De Geminoid – mijn evenbeeld – is ontwikkeld om op een verre plaats aanwezig te kunnen zijn zonder dat je als mens de afstanden hoeft te overbruggen. Zo kan ik een praatje geven door een robot als stand-in te gebruiken. Dat is heel handig. Op dit moment heb ik vier Geminoids en de nieuwste past in twee reiskoffers. Met één assistent als begeleider in economy class is dit een forse kostenbesparing.
Dat is allemaal wel heel praktisch. Zit er ook een filosofie achter?
De vraag die we moeten beantwoorden is wat er gebeurt als we een robot ontwikkelen die identiek is aan een persoon. Ik wilde weten wat dat voor mij betekende. Welke emoties komen daarbij kijken? Het voelde als het hebben van een tweelingbroer, terwijl ik echt dacht dat ik nooit een androïde zou kunnen accepteren die een exacte kopie is van mijzelf. Door dit project heb ik veel over mezelf geleerd. Het blijkt heel moeilijk om jezelf objectief te begrijpen en dat op zichzelf is een interessante bevinding. Mijn medewerkers zeggen dat de Geminoid en ik erg op elkaar lijken, maar ik zie mezelf totaal anders.
Je recentste project heet Erica. Wat zijn de laatste verbeteringen in haar vaardigheden?
Momenteel leggen we ons – in samenwerking met onze collega’s van de Goethe Universiteit Berlijn – vooral toe op spraakherkenning en spraakassistentie. We ontwikkelen een zeer complex systeem dat bestaat uit zes computers die samenwerken en de sensaties, bewegingen, conversaties en vele andere zaken verwerken. Daarnaast hebben we ook een redactie die de androïde verlangens en intenties gaat geven, zodat de robot ook emoties kan tonen.
Hoe ziet u de niet zo verre toekomst? Wat zijn de uitdagingen voor Erica?
Er is nog heel veel te doen, zo zijn de gebaren nog niet goed genoeg. Deze implementeren we een op een. En Erica kan maar moeilijk in verschillende contexten handelen, laat staan ertussen schakelen. We moeten menselijkheid echt stap voor stap doorlopen, situatie per situatie. En voor iedere situatie moeten we een interactief computerprogramma ontwikkelen voor Erica. Er valt dus nog heel wat te verbeteren.
Heb je Erica’s gedrag volledig in de hand of is ze vrij om haar eigen persoonlijkheid te ontwikkelen?
Ons doel is een volledig autonome androïde te maken. Maar uiteraard bedenken we zelf haar verlangens en intenties. We hopen dat ze zich op basis daarvan volledig autonoom kan ontwikkelen.
Dus je hebt vast veel vrouwelijke programmeurs?
Niet zoveel. Hoezo?
We praten nu toch over de verlangens en intenties van een vrouwelijke robot?
Ik denk dat wij best in staat zijn de verlangens van vrouwen in te schatten en te begrijpen.
Hmmm… Vind je dat robots mensenrechten zouden moeten hebben?
Dat is aan de samenleving. Als mensen de robot rechten wilt geven, dan kan dat natuurlijk. Het hangt af van de relaties die we met robots hebben.
Maar wat is uw mening?
Tja, we kennen ook rechten toe aan dieren. In Nieuw-Zeeland en Japan hebben dieren een soort van mensenrecht. Met die voorbeelden in gedachten kunnen we robots en androïden zeker rechten geven. Waarom niet?
Moeten we dan ook opvangcentra gaan inrichten voor oude robots? Robots worden immers bij bosjes afgedankt: lege accu, systeem ondersteunt de robot niet langer, nieuwe modellen zijn hipper.
Bedoel je een soort antiekwinkels? Maar serieus: zodra een mens een goede relatie met een robot heeft, willen we die vriendschap niet gaan verbreken. Dus ja, we moeten mensenrechten voor de robot overwegen. Laat me een goed voorbeeld geven. Enkele jaren geleden probeerde ik enkele robots weg te gooien. We droegen onze robots naar het vuilnis en iemand nam foto’s. Ze werden via Twitter verspreid en binnen een uur kreeg ik zoveel berichten van mensen die het over een vreselijke misdaad hadden dat ik wel moest reageren. Dus ik vroeg de studenten om alle robots op te halen en terug te brengen naar onze laboratoria. Nu bewaren we al onze robots.
Beeld: Intelligent Robotics Laboratory, Osaka University